Zomer 2020
Veel lokale journalisten baalden de voorbije periode van het gebrek aan persoonlijke contacten. Het waren voor een aantal van hen ook povere maanden qua inkomen. Dat konden we vaststellen in ons onderzoek over regiojournalisten en hun relatie met lokale beleidsmakers.

De meeste lokale journalisten doen hun werk graag. Dat ze een tevreden beroepsgroep vormen, is een in het oog springende bevinding uit een onlinebevraging onder 450 regiojournalisten die we uitvoerden. 139 journalisten, of 32 %, vulde de vragenlijst in.
Het meest tevreden zijn regiojournalisten over de variatie in hun job, dat hun werk dichtbij huis is, en over de vele contacten met mensen en organisaties. Dat dichtbij huis werken was de voorbije maanden vaak letterlijk het geval, veldwerk werd deskwerk, en de job boette behoorlijk in op vlak van variatie en face to face contacten. Corona werd het onderwerp, variatie was ver te zoeken zowel qua thema’s als werkwijze. Corona was niet het hoofdthema van onze bevraging. Wel maakten maar liefst 75 journalisten gebruik van de ‘comments’ sectie bij de vraag of de gezondheidscrisis een impact heeft op de tevredenheid over hun werk.
De voldoening van de normaal vele face to face ontmoetingen viel weg. In de woorden van een van de bevraagden: “Het is nu meer dan ooit een bureaujob. Het fysieke contact met mensen wordt beperkt en door al de coronastukken is de variatie ook niet wat het was.”
Dat constant thuiswerken wat te veel van het goede kan worden, geldt natuurlijk ook voor andere beroepsgroepen. Maar voor nogal wat regiojournalisten, die voor het leeuwendeel als zelfstandigen werken, zakt ook hun inkomen door corona. “Ik doe normaal evenementen, interviews, plaatselijke politiek, verenigingsleven, cultureel nieuws. Dat ligt bijna volledig stil door de crisis. De verloning zakt dus ook diep weg.”
De combinatie van werk met privéleven, die op de schaal van tevredenheid een heel pak lager scoort dan variatie, contacten, vrijheid en werk dichtbij huis, verbetert voor sommigen en verslechtert voor anderen. Dat is afhankelijk van de situatie waarin men leeft. “Ik heb een betere combinatie werk-privé-tijd want iets minder werk,” rapporteert iemand. “ De combinatie privé/werk is een pak moeilijker nu de kleuters thuis zijn en mijn partner moet telewerken,” geeft een ander dan weer aan.
Een van de regiojournalisten ergert zich aan de slaafsheid waarmee media beleidsmaatregelen in verband met corona volgen: “De media en mijn krant gedragen zich als een collaboratiepers.
Men copy-paste de richtlijnen van het Covid-informatiecentrum alsof ze dezelfde wettelijkheid hebben als een ministerieel besluit. Men beseft bij de (hoofd)redactie niet dat deze richtlijnen geen kracht van wet hebben. Men herkent niet de tegenspreek in die richtlijnen, of men herkent dat wel allemaal en behandelt voor een hoger doel (strijd tegen Corona virus) de lezers als op te voeden kleuters.”
De bevraging werd afgesloten op 8 juni 2020, in een land dat zich weer volop aan het ontsluiten was. Heel wat regiojournalisten zullen een zucht van opluchting geslaakt hebben dat ze weer te velde kunnen trekken. De ‘open’ zomers brachten soelaas voor de regiojournalisten, hopelijk kunnen de deuren open blijven komende herfst en winter. De kracht van regiojournalistiek zit en blijft – ook in digitale tijden – in hun lokaal netwerk, dat groeit doorheen informele face to face contacten.