Eén reden overheerst
Als gespannen veren zitten een aantal toehoorders in de zaal, ze wachten op hun kans om de hoofdredacteur van een grote krant het vuur aan de schenen te leggen. De debatavond in hartje Brussel over wantrouwers en afhakers van de traditionele nieuwsmedia brengt een heel divers publiek samen: studenten journalistiek, journalisten, onderzoekers, en algemeen geïnteresseerden.

Afgelopen juni bracht het Reuters Digital News Report van Oxford University haar nieuwe, jaarlijkse cijfers uit. Ze wijzen uit dat het niet de goede kant op gaat met het vertrouwen in de traditionele media. 57 % van de Vlaamse respondenten zegt vertrouwen te hebben in de klassieke nieuwsmedia, een daling van 4 % tegenover vorig jaar. 16 % geeft aan deze te wantrouwen. 64% van de bevraagden zegt ‘vaak’ of ‘soms’ het nieuws te mijden. Het zijn cijfers die te denken geven. Over de burgers en de staat van onze democratie, en over de pers. Journalistiek die voeling verliest met de breuklijnen in de samenleving, waar het afhaken of de vijandigheid toch blijk van geeft, kan moeilijk de volledige samenleving weerspiegelen. Het kan voor traditionele media niet volstaan om met een tevreden gevoel het aantal abonnees en wat deze opbrengen te tellen.
Wie zijn deze mensen? Wat gaat er achter hun wantrouwen of afkeer schuil? Ik trok met onze laatstejaarsstudenten journalistiek en enkele onderzoeksassistenten naar tientallen mensen die uitgesproken negatief of wantrouwig staan tegenover de klassieke nieuwsmedia, of deze mijden. Hier een kleine tussenstand na de eerste dertig interviews.
“Je kan niet akkoord gaan met een bepaald standpunt, maar dat betekent niet dat je het daarvoor moet negeren. En dat zag ik meer en meer gebeuren, dus heb ik ook dat abonnement opgezegd en vaarwel gezegd tegen de traditionele pers op termijn.” Zo vertelde een ingenieur. Een welbespraakte vormingswerker zei het als volgt: “Hannah Arendt heeft het over totalitarisme: een maatschappij die ten prooi valt aan 1 waarheid die niet meer discutabel is, een soort nieuwe religie. Een pensée unique (…) We krijgen een soort totalitaire tendens waarin dissidentie steeds meer gezien wordt als gevaarlijk voor de samenleving.”
In zowat de helft van de interviews speelt corona een rol bij het afhaken of ‘afkraken’. Zoals bij deze kortgeschoolde werkloze: “De federale regering had een bepaald doel voor ogen om de bevolking maatregelen te doen volgen, en daarin zijn de mainstream media te fel in meegegaan.” Ook eenzijdige framing van nieuwsitems, breder dan corona, is een weerkerend punt van kritiek. Een jonge lerares legt uit waarom ze afhaakt van de media: “Neem bijvoorbeeld betogingen in Brussel: dan tonen ze daar waar er rellen zijn. Maar die kilometers en die uren die ervoor en erna zijn gebeurd zonder rellen. Ja, dat komt niet op de TV en dat wordt niet getoond.” Het is een uitspraak die wat kort door de bocht is, ook vreedzaam protest wordt wel degelijk getoond, maar vanuit de medialogica gaat er makkelijk veel aandacht naar steekvlammen en incidenten. Dat beeld blijft hangen bij veel mensen.
De achtergrond van de mensen met wie we spraken is zeer divers: van een jonge, werkloze man in een gekraakte villa of thuisverzorgster tot senior managers en alle mogelijke beroepen daartussen. Het wantrouwen en afhaken zit in alle lagen van de bevolking. Tot hiertoe komt één bevinding sterk naar voor: bij wie wantrouwig staat tegenover de media, overheerst de kritiek van ‘eenzijdigheid’ . Bij wie afhaakt van het nieuws, is het plaatje meer gevarieerd. Naast ‘eenzijdigheid’, registreren we meermaals: het nieuws doet aan ‘bangmakerij’, is te negatief, te sensatiegericht, of ‘het maakt me machteloos’.
Ik noteer momenteel waaraan de ‘eenzijdigheid’ zoal gelinkt wordt, op zoek naar de rode lijnen in de kritiek. Intussen verschijnen her en der ook stemmen van journalisten die, niet zonder aarzeling (‘gaat dit nu tegen ons gebruikt worden?’) aangeven dat het een goed idee is voor de media om in eigen boezem te kijken. VRT-journalist Luc Pauwels bracht onlangs het boek uit ‘Journalistiek in tijden van fake news; een gewetensonderzoek van een insider’ Hij pleit ervoor voldoende voorrang te geven aan goede journalistieke praktijken om de sfeer van wantrouwen om te buigen. Bijvoorbeeld door resoluut te gaan voor een transparantere, correcte journalistiek. Het aloude ‘check en dubbelcheck’ (check de waarheid van het feit bij minstens twee van elkaar onafhankelijke bronnen) heeft wat dat betreft nog niets aan belang ingeboet. Integendeel, in tijden van snelle nieuwsgaring en een overvloed aan info, is dat aloude principe belangrijker dan ooit. Check your facts. De Filippijnse journaliste Maria Ressa, zei dit toen ze eerder dit jaar de Nobelprijs in ontvangst nam: “ Zonder feiten is er geen waarheid. Zonder waarheid is er geen vertrouwen. Zonder vertrouwen is er geen gedeelde realiteit, geen democratie en wordt het onmogelijk om de existentiële problemen van onze wereld aan te pakken: het klimaat, het coronavirus en de strijd voor de waarheid.”